In Mol en Dessel start Eandis begin 2018 met de aanleg van een geothermisch warmtenet, het eerste in zijn soort in Vlaanderen.
Eerst wordt er werk gemaakt van verbindingen met enkele grote bouwprojecten en instellingen die aanvankelijk via tijdelijke stookinstallaties van warm water worden voorzien, vooraleer het net in 2020 wordt aangesloten op een geothermiecentrale van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO).
Gebouwen die aangesloten zijn op een warmtenet hebben geen eigen verwarmingsketel meer nodig: een warmtewisselaar zorgt ervoor dat er warm water door de radiatoren, vloerverwarming en sanitair stroomt. Een warmtemeter registreert hoeveel energie daarbij verbruikt wordt en de aansluiting gebeurt via distributieleidingen.
Warmtenetten zijn erg duurzaam, aa ngezien ze geen CO2-uitstoot of afval creëren en bovendien zijn ze niet - zoals zonnepanelen of windmolens - afhankelijk van de weersomstandigheden, aangezien aardwarmte steeds beschikbaar is.
In Mol werkt VITO sinds 2015 aan een geothermiecentrale. Een proefboring wees uit dat er zich op een diepte van 3,6 kilometer een watervoerende laag van 128 graden Celsius bevindt. In de toekomst wil VITO het water uit die laag door een warmtewisselaar oppompen om het aan een maximale temperatuur van 90 graden via ondergrondse leidingen naar het warmtenet te sturen.
Het warmtenet dat nu wordt aangelegd zal 30 kilometer aan buizen tellen. De realisatie gebeurt volgens de gemeente Mol in fasen, aangezien het aanleggen een ingewikkelde puzzel is.
In eerste instantie worden er verbindingen gelegd met bestaande instellingen zoals het Heilig Hartziekenhuis, het Sint-Lutgardisinstituut en het Sint-Jan Berchmanscollege en met bouwprojecten, zoals het nieuwe zwembadencomplex VITA Den Uyt. Tegen 2022 gaat het om 2.000 gebouwen, waaronder heel wat particuliere woningen. (belga)